Investeringen hebben betrekking op bedrijfsmiddelen welke bij het productieproces over meerdere jaren gebruikt worden. Het gaat dan om investeringen in gebouwen, machines, apparatuur, transportmiddelen, gereedschappen, inventaris en dergelijke. De overgangsgrens voor kosten en investeringen ligt bij 450. Het maakt daarbij niet uit of de investeringen zijn betaald met een bedrijfsfinanciering dan wel uit eigen middelen.
Op deze investeringen moet u gedurende de levensduur afschrijven, u mag ze dus niet in ้้n keer als kosten van de winst aftrekken. De afschrijving wordt berekend aan de hand van drie factoren: de aanschafkosten, de vermoedelijke technische levensduur en de restwaarde. Voor het bepalen van de aanschafkosten wordt gekeken naar het totaal plaatje, dus ook de installatiekosten, notariskosten, subsidies, kortingen etc. Bedrijfsmiddelen moeten verplicht over minimaal 5 jaar worden afgeschreven. Is de economische levensduur voor uw onderneming korter dan de technische levensduur dan mag u de economische levensduur hanteren. De leverancier kan u eventueel op de hoogte stellen van de restwaarde.
Lineaire afschrijving: Meestal wordt gebruik gemaakt van de lineaire afschrijvingsmethode, u schrijft dan met een vast percentage per jaar af op de aanschafprijs minus de restwaarde. Bij een afschrijving in 5 jaar tijd, wordt jaarlijks 20% afgeschreven tot een restwaarde van 0. Wordt een bedrijfsmiddel halverwege het jaar in gebruik genomen dan mag u alleen over de gebruiksperiode afschrijven (dus per 1 november in gebruik: slechts 2 maanden afschrijven!).
Computers, software en toebehoren: Op computers e.d. werd voorheen in 3 jaar met een restwaarde van 10% afgeschreven, jaarlijks dus 30% van de aanschafprijs. Vanaf 1 januari 2007 bent u verplicht om af te schrijven over minimaal 5 jaar zonder rekening te hoeven houden met een restwaarde, jaarlijks dus 20% van de aanschafprijs.
Inventaris: Inventaris wordt meestal afgeschreven in zo'n 5 tot 8 jaar afhankelijk van de aard en doel van de betreffende inventaris.
Bedrijfsruimtes: De afschrijving op de bedrijfsruimtes (minus de restwaarde) bedraagt doorgaans 2% per jaar (economische levensduur 50 jaar). Over de grond zelf kan niet worden afgeschreven. Vanaf 1 januari 2007 kan slechts afgeschreven worden tot 50% van de WOZ-waarde, onroerend goed ten behoeve van een belegging mag tot hooguit 100% van de WOZ-waarde worden afgeschreven.
Goodwill: Aangekochte goodwill kan in 10 jaar afgeschreven worden.
Voor startende ondernemers is het mogelijk om willekeurig af te schrijven. U mag dan zelf bepalen hoeveel u afschrijft, hetgeen zeker op korte termijn kan leiden tot een aanzienlijk lagere belastingaanslag of zelfs een belastingteruggave in geval van verlies. Het gevolg is dat u in latere jaren meer belasting gaat betalen, u heeft immers niet meer het recht om af te schrijven.
Willekeurige afschrijving is alleen mogelijk bij een eenmanszaak, vof, maatschap of CV en is gebonden aan een maximum van 311.243 (2016). Daarnaast moet u in het betreffende jaar recht hebben op de startersaftrek en moet het bedrijfsmiddel ook in een jaar zijn aangeschaft waarin u recht had op de startersaftrek (of het aanloopjaar ervoor). Daarnaast moet de investering vallen onder de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (zie hieronder). De regeling is tevens van toepassing op priv้ ingebrachte goederen.
UITZONDERINGSGEVALLENVoor milieuvriendelijke en technologische investeringen (bestemd voor onderzoek en ontwikkeling) kan in sommige gevallen ook willekeurig worden afgeschreven. Hetzelfde geldt voor investeringen voor verbetering van de arbeidsomstandigheden. Neem contact op met de belastingdienst voor meer details. |
De overheid probeert investeringen te stimuleren doormiddel van een extra investeringsaftrek in het jaar van aanschaf. Deze aftrek kan in mindering worden gebracht van de winst zodat uiteindelijk minder belasting betaald hoeft te worden. De investeringsaftrek staat dus los van de afschrijving. Er zijn drie soorten investeringsaftrek mogelijk: kleinschaligheidsinvesteringsaftrek, energie-investeringsaftrek en milieu-investeringsaftrek (zie hieronder). U heeft recht op de investeringsaftrek bij een investering van minimaal 2.300 (2016) in een bedrijfsmiddel (exclusief BTW als u recht heeft op BTW teruggave).
Uitsluitingen: Bepaalde bedrijfsmiddelen komen echter niet in aanmerking voor de investeringsaftrek. Dit geldt onder andere voor gronden, woonhuizen, woonschepen, personenauto's (zeer energiezuinige auto's weer wel), dieren, effecten, vorderingen, goodwill, publieksrechtelijke vergunningen en bedrijfsmiddelen die hoofdzakelijk ter beschikking van derden worden gesteld. De investeringsaftrek is daarnaast niet van toepassing op goederen overgebracht vanuit het priv้ vermogen. Investeringen gedaan bij huisgenoten, bloed- en aanverwanten (en hun huisgenoten) zijn tevens uitgesloten. In het geval van een BV mag er daarnaast geen nauwe band bestaan met de verkopende (rechts)persoon.
DESINVESTERINGSBIJTELLINGBij het staken van de onderneming, de overdracht naar priv้ vermogen, de verhuur dan wel de verkoop van het bedrijfsmiddel binnen 5 jaar na het begin van het jaar waarin de investeringsaftrek werd verkregen, moet de investeringsaftrek (gedeeltelijk) bij de (stakings)winst worden bijgeteld. Is het de bedrag lager dan 2.300 (2016) dan hoeft u geen desinvesteringsbijtelling toe te passen. Bij een desinvestering wordt er een investeringsreserve aangemaakt. Bij de bepaling van de investeringsaftrek heeft u de mogelijkheid (maar niet de verplichting) om dit bedrag af te trekken van de nieuwe investering. Ook hier kan de mogelijkheid ontstaan om de investeringsaftrek te optimaliseren. |
De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek kunt u met behulp van de volgende tabel berekenen. Het gaat hier om de bevordering van investeringen op basis van kleinschaligheid. Liggen uw investeringen boven de 311.243 (2016) dan komt u dus helemaal niet in aanmerking voor investeringsaftrek! Doormiddel van een evenwichtige spreiding van investeringen over de jaren heen kunt u de investeringsaftrek optimaliseren.
Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (2016) |
||||||||||||||
Investering | Investeringsaftrek | |||||||||||||
2.300 tot en met 56.024 | 28% | |||||||||||||
56.025 tot en met 103.748 | 15.687 | |||||||||||||
103.749 tot en met 311.242 | 15.687 minus 7,56% boven de 103.748 | |||||||||||||
311.243 en hoger | 0% |
VOORBEELDBedraagt de investering (exclusief de BTW) 50.000, dan is de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek voor 2016 gelijk aan 14.000 (28%* 50.000). |
LET OPGaat u in jaar 1 de verplichting aan tot koop terwijl zowel de betaling als de ingebruikname in jaar 2 liggen, wordt de gehele investering gerekend bij jaar 2. |
Het gaat hier om bedrijfsmiddelen welke voorkomen op de lijst Energie-investeringen en de MIA milieu lijst. Neem contact op met de belastingdienst voor meer informatie: 0800-0543.
Copyright ฉ 2001-2017 - Het gebruik van de informatie op deze website is voor eigen risico